Over de digitale wereld wordt meestal geschreven door de kloosterlingen van het wereldwijde web. Miriam Rasch pakt het in haar essays anders aan: zij kijkt er naar vanuit de literatuur.

Miriam Rasch zingt in Zwemmen in de oceaan: Berichten uit de postdigitale wereld de lof van de digitale oppervlakkigheid in tamelijk diepzinnige essays. Ze zegt zich verwant te voelen met de barbaar: de man die zich nergens vast wil leggen, alleen maar van het een naar het andere surft, zoals Alessandro Baricco die beschrijft in De barbaren. Maar Rasch heeft wel de zeven delen van Marcel Prousts Terug naar de verloren tijd gelezen en dan heb je niets aan de instelling van de barbaar. Ze leest ook boeken als Looking Away: Phenomenality and Dissatisfaction, Kant to Adorno. En, iets dichter bij huis, De domesticatie van het noodlot: De wedergeboorte van de tragedie uit de geest van de technologie. Er heersen dus vruchtbare tegenstrijdigheden in Zwemmen in de oceaan: een bestudeerde nonchalance, een...