In vergelijking met de dieren staat de mens er niet rooskleurig op. Ook al gaan we niet altijd goed met dieren om, ze zijn onze onschuldige zelf. Het zijn biologen als Frans de Waal die dieren bovendien tot fascinerende wezens maken die meer kunnen dan wij denken.

Aesopus vertelt in een van zijn fabels over een kraai die half dood van de dorst een kruik vindt waarin water zit. Maar het is niet genoeg om er met zijn snavel bij te kunnen. Wat te doen? De kraai komt op het idee er een steentje in de laten vallen, en nog een. Er volgen nog meer steentjes, tot het water voldoende gestegen is om er bij te kunnen om zijn dorst te lessen.

Dit zou een tweeduizend jaar oude fabel gebleven zijn als deze prestatie niet was herhaald in een laboratorium met roeken en wipsnavelkraaien. Ze kregen een verticale buis voor zich gevuld met water. Daarop dreef een worm waar ze net niet bij konden. Ze gebruikten de naast de buis liggende steentjes om het water te laten stijgen en zo de worm te kunnen...