Toen de Engelse filosoof Isaiah Berlin een van zijn boeken The Crooked Timber of Humanity noemde, wilde hij benadrukken dat het niet eenvoudig is om met het kromme hout waarvan de mens is gemaakt iets rechts te fabriceren. We moeten het doen met de mens als een onaf en gebrekkig wezen. Die handicap stemde Berlin allerminst somber. De Amerikaanse columnist van de The New York Times David Brooks gebruikt dezelfde aan Kant ontleende uitspraak, maar maakt in zijn boek The Road to Character van de mens een zondige struikelaar (a stumbler), louter bestaande uit zwakheden, tekortkomingen, egoïsme, zelfbedrog en vergissingen. Waar Berlin reden zag om al die menselijke gebreken om te zetten in iets leefbaars, spoort Brooks zijn lezers aan om, willen ze ooit een karakter ontwikkelen, zand op hun hoofd te strooien en nederigheid te betrachten. Dat is nodig omdat de mens veel te veel van zichzelf vervuld is geraakt. Van bescheidenheid, zelfopoffering, generositeit, zelfbeheersing, matigheid...