Het was een geval van directe herkenning toen Menno ter Braak La Jeunesse d’un Clerc las, het boek uit 1936 waarin de Franse essayist Julien Benda beschreef hoe de jeugd van deze klerk (onafhankelijke intellectueel) eruit had gezien. Ter Braak had zelf in 1933 zijn Politicus zonder partij gepubliceerd met een hoofdstuk dat een vergelijkbare ontwikkeling beschreef: zijn ‘Geschiedenis ener intelligentie.’

Ter Braak en Benda waren verwante geesten die er allebei waarde aan hechtten te beschrijven hoe ze tot hun eerste ideeën kwamen: wat hen vormde, van wie ze afscheid namen, aan wie ze zich optrokken, wie ze gingen mijden. ‘Er zijn niet al te veel boeken, die zo van bladzijde tot bladzijde boeien als deze verantwoording van een ontwikkeling,’ schreef Ter Braak.

Cruciaal in de ontwikkeling van Julien Benda was de Dreyfusaffaire rond 1900, waarin hij het met anderen opnam voor de Joods-Franse officier die onterecht werd beschuldigd een spion van Duitsland te zijn.

Bovendien...