renzo Martens, in 2008 de maker van de film Episode 3 over de belangenverstrengeling van hulpverleners en machthebbers in Congo, benadrukte altijd dat zijn film geen journalistiek was, maar kunst. ‘Ik probeer alleen te laten zien hoe de wereld in elkaar zit,’ zei hij in interviews. De film was ‘satire, een uitvergroting’, zodat je kon zien dat er niets terechtkwam van de bestrijding van de armoede en ellende. Hij trok door Congo met de satirisch-cynische woorden ‘Enjoy Poverty’ in neonletters. Door steeds te benadrukken dat het om een kunstwerk ging, zorgde Martens voor heilzame verwarring. Hij eiste daarmee de vrijheid op die bij kunstenaars hoort. Ook al was aan alles duidelijk dat hij zich het lot van de Congolezen aantrok, hij speelde in alle ernst een dubbelzinnig spel door te benadrukken dat hij met een onafhankelijk kunstwerk bezig was. Hij gebruikte mensen, hij dankte ze af als het moest. Alles voor de kunst.

In Het streven, waarin Hans den Hartog Jager...