hoe de moralist tot een zure bewaker van correct gedrag is geworden, is mij een raadsel. Ergens moet iets misgegaan zijn, want oorspronkelijk is een moralist een scherpzinnige, licht cynische ontmaskeraar, iemand die achter de façades kijkt van vertoon, pretentie en hypocrisie. Deze moralist leefde in de 17de en 18de eeuw, maar behoort nog geheel en al tot onze eigen tijd. Zoals Baltasar Gracián (1601-1658), schrijver van Handorakel en de kunst van de voorzichtigheid, La Rochefoucauld (1613-1680), schrijver van de Maximes en Nicolas Chamfort (1740-1794), ‘de lachende mensenhater’ en schrijver van snedige uitspraken in Wennen aan de hel, zoals: ‘Wij vinden mensen verstandig als ze onze mening delen.’

Wanneer iemand een moralist wordt genoemd, heb ik dus iets heel anders voor ogen dan de meeste mensen. Het is bij mij geen drammende wereldverbeteraar of zure vitter die de grenzen zit te bewaken. Wanneer Freek de Jonge weer eens een moralist wordt genoemd, denk ik dan ook...