De vraag waarom de Italiaanse schrijver Curzio Malaparte aan het einde van de jaren dertig zo’n geliefde en goed betaalde oorlogscorrespondent was voor de Corriere della Sera wordt meteen aan het begin van zijn Dagboek van een vreemdeling in Parijs (Privé-domein) beantwoord. Malaparte is de man die alles in geuren en kleuren vertelt, bij voorkeur in de extreemste bewoordingen, gebruikmakend van de hoogste zegslieden en van de geheimste informatie. In 1947 is hij weer terug in Parijs na veertien jaar afwezigheid: dat was ‘de droevigste en gevaarlijkste tijd van mijn leven’. Begrijpelijk dat hij als pseudoniem ‘Candido’ had, de hoofdfiguur in Voltaire’s gelijknamige surrealistische groteske over alle rampen die een mens kunnen overkomen. Malaparte’s romans Kaputt en De huid over de echte en gefantaseerde verschrikkingen in de Tweede Wereldoorlog in Europa, zijn moderne versies van Candide.

Malaparte kan schrijven, maar wel met een ietwat opgewonden, tot overdrijven...