Bij het lezen van de brieven van Erasmus uit het jaar 1526 denk je niet meteen dat dat vijfhonderd jaar geleden is. Het is griezelig dichtbij wanneer het in het nieuwe deel van zijn Correspondentie (deel 12 van wat 22 delen zullen worden) over de vrije wil gaat, een onderwerp dat door de vermeende invloed van de genen nu niet minder urgent is. In 1524 stelde Erasmus zich eindelijk vierkant op tegenover Luther door de vrije wil en de menselijke verantwoordelijkheid te verdedigen in zijn traktaat Over de vrije wil. Scheldend en honend antwoordde Luther in Over de slaafse wil dat alles was voorbeschikt, de mens was gepredestineerd en volledig afhankelijk van Gods genade. Daar werd door Erasmus weer binnen twaalf dagen op geantwoord, en een jaar later veel te breedvoerig nog eens. In die jaren was in Europa de Republiek der Letteren aan het ontstaan. Dit was de eerste grote polemiek.

Erasmus was sinds 1511, toen hij met de Lof der zotheid roem oogstte, een alomtegenwoordige Europese...