Het is 2114. In Noorwegen worden duizend dikke bomen gekapt. Van dat hout wordt papier gemaakt, van dat papier een boek waarin verhalen staan: nooit eerder gelezen, veel eerder geschreven.

Wij uit het begin van de eenentwintigste eeuw zullen nooit weten hoe 22ste-eeuwse Noren het boek van Katie Paterson in 2114 recenseren. Ze plantte duizend bomen in Nordmarka, een bos twintig kilometer ten noorden van Oslo. Over op de kop af achtennegentig jaar zullen die bomen het papier leveren waarop de teksten zullen worden gedrukt die van 2014 tot 2114 jaarlijks zullen worden geschreven. Samen met een commissie selecteert Paterson jaarlijks een deelnemende schrijver voor haar Future Library Project. Na haar dood moet de commissie het verder alleen opknappen. Margaret Atwood (twee jaar geleden) en David Mitchell (gisteren) waren de eerste twee  die meeschreven aan het honderdjarige kunstwerk van de Schotse kunstenares.

Het idee van de tijdcapsule zorgt voor een totale vrijheid en...