Genocideverdachten kunnen prima in Rwanda worden vervolgd, oordeelde de rechter deze zomer. Nee hoor, zegt de Tweede Kamer nu weer: berecht ze hier.

De Nederlandse regering worstelt al jaren met de vraag of twee verdachten van genocide mogen worden uitgeleverd aan Rwanda. De rechtbank oordeelde in november dat de rechtsgang in Rwanda niet onafhankelijk is. Daarbij baseerde ze zich op het rapport van Advocaat Generaal Martin Witteveen. Deze ervaren crime fighter was een jaar gedetacheerd in Rwanda, waar hij het plaatselijke openbaar ministerie hielp om genocideverdachten te vervolgen. Witteveen was aanvankelijk enthousiast over het rechtssysteem, maar naarmate hij er langer was zag hij hoe hoe het Rwandese rechtssysteem op allerlei manieren probeerde controle uit te oefenen op de rechtsgang. Zijn kritiek focuste zich vooral op de positie van advocaten, die konden volgens hem niet in vrijheid hun werk doen. De rechtbank nam dat standpunt over. Op basis van zijn rapportage oordeelde...