achtergrond

Wisten de rechters wel hoe duur dat was, een drugstransport vanuit Pakistan? Dat je moest betalen voor de kamelen die de hasj uit de bergen naar de boot brengen? ‘En wat dacht u van het smeergeld dat aan de douane moet worden toegeschoven? Of het huren van safe houses?’

Piet Doedens voerde in 1994 bij de Amsterdamse rechtbank een kleurrijk en gedetailleerd nummer op. Het OM beschuldigde zijn cliënt Cees H. ervan een half miljard gulden drugswinst te hebben behaald. Dat was zwaar overdreven, beweerde de toenmalige Utrechtse advocaat. ‘Hasjhandelaren hebben onkosten en lijden verliezen bij de ex- en import.’ Doedens wapperde daarbij met het zogenaamde ‘huishoudboekje’ van zijn cliënt. Na aftrek van alle kosten zou er hooguit een winst van pakweg drie miljoen gulden zijn overgebleven.
Er zat een diepe kloof tussen de berekening van de advocaat en die van het OM, constateerde rechtbankvoorzitter Frits Lauwaars. Hij vond dat de strijdende partijen eerst...