Interview / Ilja Leonard Pfeijffer en Piet Gerbrandy

Eerst het beeld: wat zien we door het bewasemde raam van het café? Twee Oostenrijkers aan de Stammtisch. Met snorren en glazen bier. Je kunt deze ongewaxte verschijningen zien als gepensioneerde pornosterren uit de jaren zeventig, die elk moment kunnen kraaien: ‘Ich ben der Kapitän, ja!’ Maar dat zou te mooi zijn.

We betreden de kroeg. Er wordt gerookt, gedronken en hard gepraat. Een keffende lach weerklinkt. Een kale man snelt langs, met wapperende jaspanden, richting wc – die naast de telefoon gelegen is. ‘Schat, ik heb nog even een bespreking,’ roept een ander daar tegen dat apparaat.

De Oostenrijkers praten door, de rode koppen naar elkaar toe gebogen. Mode is duidelijk geen issue voor deze gasten. Schrijvers zijn ze, in hun natuurlijke biotoop: het schrijverscafé. Tegenwoordig noemt iedere styliste, televisiepresentator of loopbaangerichte consultant zich schrijver, maar deze twee snorren zijn het echt. Ze hebben...