Beeldende kunst

De Duitse kunstenaar Jörg Immendorff (1945) schildert al zeven jaar niet meer. Niet meer nadat de spierziekte ALS zich bij hem openbaarde. De ziekte tastte als eerste zijn linkerarm aan: zijn schilderhand raakte verlamd. De rechterarm volgde. Daarna de benen. En nu is het einde definitief in zicht: keel, slokdarm, longen functioneren niet meer. Immendorff – met Lüpertz, Kiefer, Polke en Baselitz behorend tot de grote politieke schilderbaronnen van naoorlogs Duitsland – is bijna dood. Mocht de duivel bestaan, dan heeft hij exact geweten bij wie toe te slaan en hoe. Bij een schilder die zijn leven lang oproept tot niet-schilderen.

Drie tentoonstellingen eren de schilder die al veertig jaar lang de betekenis van schilderkunst, de positie van kunstenaars ten opzichte van de wereld, en de geschiedenis van Duitsland bekritiseert in programmatische, politieke en tegelijkertijd ironische kunst. De grootste, in Berlijn, is in razende vaart gemaakt. ‘Wenn ich diese...