Interview / Conor Oberst, wonderkind van de underground

Strikt genomen is het een optreden van een band, Bright Eyes genaamd. En inderdaad, er staan zes mensen op het podium, muzikanten die zich naar behoren van hun taak kwijten. Maar veel doet hun aanwezigheid er vanavond niet toe. De blik wordt als vanzelf gezogen naar die tengere jongen in het midden, met die gitaar en die grote, wakkere ogen. De woorden rollen in indrukwekkend tempo uit zijn mond, couplet na couplet, alsof iets hem op de hielen zit. Refreinen, daar doet de zanger niet aan. Zonde van de tijd. Een herhaling kan alleen de ruimte van een vers idee innemen.

Hij heeft iets Lord of the Rings-achtigs. Grote uitstekende oren en schouderlang zwart haar, dat hij om de paar tellen uit zijn gezicht moet vegen. Zelfs tijdens het spelen verschuilt hij zijn gitaarhand in de mouw van zijn T-shirt. ‘This is the first day of my life,’ zingt hij tijdens de eerste toegift. ‘Swear I was born right in the doorway.’ De...