manifest

1. Kunstenaars,
verenigt u.

‘Op de Rijksacademie deed ieder zijn eigen ding. Met competitie en individualisme. Ieder voor zich en jezelf naar voren duwen.
Met de open dagen kwamen de galeriehouders en curatoren, maar ik had daar helemaal geen verstand van, joh. Ik wilde niet geïnfecteerd worden met de waanzin van dat netwerken.
Ik merkte wel dat er andere kunstenaars waren die ook een beetje teruggetrokken waren. Bij elkaar vormden we toch een soort groepje. Na de academie hebben we gezegd: laten we samen een pand nemen. Dat werd Space for Artists.
We hadden ambities om een collectief te vormen, om sterkte te creëren en meer dan een individu alleen te zijn. Maar ik merkte dat kunstenaars heel kwetsbaar zijn, iedereen maakt zich ook zorgen om zijn inkomen en kiest uiteindelijk voor zichzelf. Dat is natuurlijk begrijpelijk.
We deden posterprojecten in de stad. Meerdere keren werden we opgepakt. We hadden een lege poster ontworpen waar kunstenaars hun eigen ding in konden...