We spraken Ronald Plasterk over 2014, een jaar waarin hij zijn handen vol had: een motie van wantrouwen over de AIVD, ruzie met de Antillen, groeiende zorgen over de decentralisaties en getob over de PvdA. ‘Het is belangrijk dat ik laat zien dat ik er ben.’

Halverwege het gesprek loopt Ronald Plasterk opeens naar zijn bureau en haalt zijn speciale telefoon van de geheime dienst tevoorschijn: een glanzend zwart apparaat. ‘Een Tiger,’ zegt hij met een grijns. ‘Een beetje type koelkast, met een simpel toetsenbordje. Ik kan er niet eens mee sms’en. Hij heeft een seconde vertraging, zodat je er van die Ferry Mingelen-gesprekken mee voert. Maar hij is zwaar beveiligd.’ Op deze telefoon kan AIVD-hoofd Rob Bertholee hem bellen bij spoedgevallen, als de staatsveiligheid in het geding is. Of dat vaak gebeurt? ‘Niet zo heel vaak. Maar soms blijkt er iemand in het land te zijn van wie er goede reden is te denken dat hij een bedreiging vormt. En dan moet ik snel toestemming...