Ziekhuizen vs. zorgverzekeraars; Verkiezingen 2012

Op de afdeling kindergeneeskunde van het Martini Ziekenhuis in Groningen volgt de driejarige Lev gedisciplineerd de vriendelijke orders van de arts op: kleren uittrekken, op de weegschaal staan, inademen, uitademen, stil blijven zitten. Van­daag komt hij samen met zijn moeder op controle op de speciale polikliniek voor kinderallergieën. Lev is allergisch voor pinda’s, hazel-, cashew- en walnoten. En óók voor kaas, yo­ghurt, boter en alle andere melkproducten. Zijn allergie is zo ernstig dat als je op een paar meter afstand van Lev een zakje met nootjes opent, hij binnen een paar minuten misselijk en benauwd wordt. Neemt hij een hap van een boterham die is besmeerd met een mes waar de pindakaasresten niet goed van zijn afgeveegd, dan raakt hij in een anafylactische shock: zijn slijmvliezen zwellen op, zijn bloedcirculatie hapert en zijn ademhaling stokt. Dat is levensbedreigend, iemand moet hem dan zo snel mogelijk een shot...