Bericht uit de Republiek

De hipster moet dood. Of is al dood. In serieuze kranten (Die Zeit, The New York Times) verschijnen regelmatig essays van die strekking. Hipsters zijn ‘an allem schuld’! Ze zijn a-politiek, wentelen zich in nostalgie en gentrificeren hele steden. Verdere klachten: ze maken lelijke kleding modieus, hun ironische levenshouding is doel en geen middel, ze zijn onecht: ze doen ironisch over ironische reclame van ironische producten die ze vervolgens wel kopen.

Nog meer klachten: ze voelen zich verheven, kennen geen ernst en doen apart.

De in 1957 door Norman Mailer in The White Negro. Superficial Reflections on the Hipster omschreven jongeren zijn nu een willoze groep consumenten, gehuld in het schaamlapje van de ironie.

Jammer. Ik vind ze wel leuk.

De jongen bij deze foto’s heet Kay. Mensen noemen hem vaak een hipster. Hij draagt Clarks. Zijn overhemden knoopt hij soms dicht tot het hoogste knoopje. Die volle baard laat hij bijwerken in een barbershop...