Emeritus hoogleraar psychologie Joop Hueting ontvangt in zijn appartement in de Noord-Hollandse kustplaats Castricum. Hij is vijfentachtig en een paar jaar geleden getroffen door epileptische aanvallen, waardoor hij alleen nog maar schuifelend vooruitkomt. In de hoek van de woonkamer ligt een grote stapel kranten en boeken, kriskras door elkaar. Met rode pen zijn woorden en zinnen onderstreept. ‘Joop doet niets liever dan onderstrepen,’ zegt zijn vrouw Ditha Hueting-Philips. Hueting is dan wel niet meer de knappe, welbespraakte dertiger die eind jaren zestig Nederland op zijn kop zette toen hij in de Volkskrant en een maand later bij VARA’s Achter het Nieuws het stilzwijgen doorbrak over Nederlandse oorlogsmisdaden in Indonesië – kampongs die werden doorzeefd, verhoren waarbij werd gemarteld, krijgsgevangenen die in koelen bloede werden vermoord – maar hij heeft nog steeds dezelfde fonkelende ogen en is nog immer scherp in zijn observaties.

Nieuwe getuigen...