De tekenaar van Flipje van Tiel, van Piet Bell of van Jip en Janneke: ze komen allemaal voor in ‘De verbeelders’, het overzichtswerk van Saskia de Bodt over de Nederlandse boekillustratie in de twintigste eeuw.

De dood van madame Bovary aan het slot van Flauberts roman wordt op een heel speciale manier beschreven, iets tussen tragisch, komisch en sarcastisch in. De pastoor en de apotheker, die de wacht bij het lichaam houden, vallen steeds in slaap en bij het wakker worden beginnen ze weer meteen ruzie te maken. Er vallen dikke druppels van de kaarsen op de lakens van het bed. Charles Bovary schrikt wanneer hij haar voor het laatst wil zien en de sluier van haar gezicht licht.

Het is eenvoorstelbaar tafereel. Het hoeft niet nog getekend of geschilderd te worden omhet voor je te zien. Toch is dat in die tijd meerdere keren gedaan. Tot ver inde twintigste eeuw verschenen er geïllustreerde uitgaven van Madame Bovary. In het Flaubert Museum inRouen hangt een schilderij van...