Botheid mag in deze tijd tot een levensstijl zijn uitgegroeid, in de zestiende eeuw betekende het heel iets anders, schrijft René van Stipriaan in zijn boek Lof der botheid.

Lompe directheid, beter bekend als botheid, is niet iets dat aanmoediging verdient. Van de varianten die zich desondanks voordoen zijn die van Johan Derksen en Donald Trump om snel te vergeten. Ik geef de voorkeur aan Maarten van Rossem. Zijn oneliners zijn meestal voorzien van een steekhoudende toelichting, of je kunt die erachter vermoeden. Hij komt het dichtst bij de oorspronkelijke betekenis van botheid: ongepolijste eenvoud. Er niet omheen draaien, geen pirouettes, maar een snedige en kernachtige samenvatting van het veronderstelde betoog. In de zestiende eeuw, schrijft René van Stipriaan in Lof der botheid, was botheid nog geen uiting van gebrek aan beschaving, maar een bepaalde sobere mentaliteit die je in de zeventiende eeuw terug zag bij Michiel de Ruyter en later in de Mariakaakjes die Willem...