In de jaren zeventig ontdekte de Nederlandse sleepbootkapitein Piet Kars een gevaarlijke onderstroom in Straat Magelhaen, bij de beruchte Kaap Hoorn. Eindelijk krijgt hij nu erkenning van de Chileense marine.
Op een vroege morgen vaart hij de baai binnen, een klein, zwart schip, eenzaam in de onmetelijke ruimte. Boven de trage deining van de Atlantische Oceaan verrijzen de roestbruine rotsen van Patagonië. Op de brug staat Piet Kars, kapitein van de Smit Lloyd 41. Na de wekenlange oversteek uit Holland voelt hij de opwinding van de aankomst, maar ook huiver: op deze onbarmhartige kust, het halve jaar gegeseld door ijsstormen, zijn talloze schepen vergaan.