De oproep van GroenLinks-leider Femke Halsema voor linkse samenwerking in de oppositie rommelt nog steeds na. Iedereen moest er wat over zeggen: Job Cohen meldde meteen dat hij met iederéén wil samenwerken die tegen dit rechtse kabinet is, Alexander Pechtold riep dat hij helemaal niet links is, maar van het midden. En Emile Roemer noemde het een ‘slecht signaal’ dat de SP weer eens werd buitengesloten. Want Halsema wil alleen optrekken met de progressieven, met de conservatieven wil ze niet in zee. Zoals te verwachten regende het meteen commentaren over de hopeloze verdeeldheid van de oppositie.

Opvallend was niet alleen de onenigheid bij links, maar ook het gemak waarmee Halsema haar eigen partij en D66 indeelde in het progressieve kamp, en de SP en een deel van de PvdA in het kamp der conservatieven. In de terminologie van Halsema is progressief: veranderingsgezind, toekomstgericht. En conservatief: behoudzuchtig, verkrampt. Maar wat is er eigenlijk zo progressief aan...