Het zal velen zijn ontgaan, maar in 2010 spraken de EU-lidstaten af om het aantal arme Europeanen met 20 miljoen te verminderen. Zes jaar later is dat niet gelukt. Integendeel. Volgens een rapport van 21 hulporganisaties heeft Europa er in die periode juist 5 miljoen armen bij gekregen. Hoe keren we de trend?
‘Richt je vooral op de echte armen’

Politiek econoom Paul Teule wijst allereerst op de Europese definitie van armoede. De officiële cijfers spreken van 123 miljoen armen. Dat gaat om (1) Mensen die geen geld hebben voor noodzakelijke uitgaven zoals warme maaltijden, verwarming, woning of wasmachine; of (2) Mensen met een inkomen van minder dan 60% modaal; of (3) Gezinnen waarin minder dan 20% van de tijd wordt gewerkt. Volgens Teule moeten we vooral aandacht besteden aan de eerste categorie. ‘Onder die andere groepen vallen ook mensen die bijvoorbeeld een rijke partner hebben, of een grote erfenis hebben gekregen. Echte armoede zit bij mensen die daadwerkelijk materially deprived zijn. Dat gaat om 50 miljoen Europeanen. Laat politici en beleidsmakers zich vooral daarop richten.’ Het huidige armoedebeleid heeft volgens Teule te weinig focus. ‘In theorie kan je het aantal Europese armen statistisch verminderen, terwijl die groep van 50 miljoen alleen maar groeit.’

‘Voorkom belastingontduiking door multinationals’

Volgens bestuurskundige Nicky Pouw is armoede in het relatief welvarende Europa geen economisch probleem, maar een kwestie van ongelijke kansen. Haar oplossing: ‘Bestrijd discriminatie van minderheden en de uitsluiting van kwetsbare bevolkingsgroepen.’ Ook de Europese vluchtelingencrisis zorgt voor een sterke groei van armoede. Pouw: ‘Versnel de integratie van migranten en vluchtelingen. Kijk naar hun inzetbaarheid en potentieel en beschouw ze niet alleen als hulpbehoevend.’

‘Bestrijd discriminatie en uitsluiting’

Econoom Peter Rodenburg meent dat de EU weliswaar een begin heeft gemaakt met dergelijk sociaal beleid tegen uitsluiting op de arbeidsmarkt, maar dat het lang niet voldoende is om armoede te bestrijden. ‘Het zijn allemaal marktgebaseerde oplossingen. Dat wil zeggen: de EU zoekt de oplossing in het creëren van meer werk. Dat is natuurlijk leuk voor wie een baan vindt, maar een oudere werkloze die niet meer kan meekomen op de arbeidsmarkt belandt nog altijd in de armoede.’ Rodenburg denkt dat armoede het beste kan worden aangepakt via de belastingen. Europa moet voorkomen dat multinationals via handige constructies in Panama, de Maagdeneilanden of Nederland hun belastingverplichtingen ontlopen. ‘Volgens betrouwbare schattingen lopen Europese landen hierdoor jaarlijks 1000 miljard euro mis. Om dat bedrag in perspectief te plaatsen: dat is drie keer de totale staatsschuld van Griekenland. Per jaar! Dat geld kan gebruikt worden voor collectieve uitgaven om armoede te bestrijden.’ Daarnaast zouden Europese landen hun vennootschapsbelasting moeten harmoniseren. ‘Vrijwel overal is de vennootschapsbelasting de afgelopen jaren aanzienlijk verlaagd. Landen steken elkaar de loef af door steeds meer belastingvoordelen te bieden aan internationaal opererende bedrijven. Zo komt er steeds minder geld voor de financiering van de verzorgingsstaat. Deze daling van de vennootschapsbelasting is een klassiek prisoner’s dilemma: door gebrek aan samenwerking is elk land slechter af.’

‘Durf te zeggen dat we meer belasting moeten betalen’

De oude Grieken hadden zo hun eigen oplossingen voor armoede, zegt hoogleraar archeologie Vladimir Stissi. ‘Slavernij bijvoorbeeld. Dat zorgde voor een bestaansminimum en maakte tegelijkertijd economische groei mogelijk. Maar ja, dat kan nu natuurlijk niet meer.’ We weten verder relatief weinig over armen in de Europese oudheid. ‘Zij zijn onzichtbaar omdat ze geen huizen of graven hebben achtergelaten. Sommigen zullen een volledig zelfvoorzienend bestaan op het platteland hebben geleid.’ Dat laatste is in het moderne Europa evenmin een oplossing. Ook Stissi denkt dat belastingen de oplossing bieden. ‘We hebben iemand nodig die durft te zeggen dat we meer belasting moeten betalen voor betere zorg en onderwijs en die tegelijkertijd pleit voor lastenverlichting voor de zwakkeren. Realiseer je goed dat belastingverlaging vaak ten koste gaat van de armen.’ Die boodschap is wellicht impopulair. ‘Mensen willen graag minder belasting betalen, maar klagen tegelijkertijd over slecht onderwijs en zorg.’ Dat paradoxale denken is volgens Stissi redelijk nieuw. ‘In de jaren vijftig, zestig en zeventig waren de belastingtarieven hoog en de economische groei ook. Daar kunnen we van leren.’

‘Stimuleer hergebruik van reststromen’

Hoogleraar science, business and innovation Bart Bossink denkt aan een heel andere strategie, waarbij bedrijven een positieve rol kunnen spelen. Hij kijkt naar de rest- en afvalstromen uit het bedrijfsleven, die nu nog worden gedumpt. ‘Dat is milieuonvriendelijk of sociaal onwenselijk. Bedrijven vragen zich te weinig af of hun reststromen of afval nog gebruikswaarde heeft buiten de commerciële paden.’ Neem de kledingindustrie. ‘Als een partij kleding uit de mode is, kan je hem weggooien maar ook aanbieden aan een organisatie die zorgt dat het bij de armste bevolkingsgroepen terechtkomt.’ Hetzelfde geldt voor de voedselindustrie. ‘Als de houdbaarheidsdatum van een product is verlopen, betekent dat voor veel producten niet automatisch dat het niet meer bruikbaar is.’ Deze vormen van hergebruik of alternatief gebruik hoeven niet duurder te zijn dan vernietigen. ‘De bespaarde afvalkosten zouden de transportkosten kunnen dekken. Maar dat is iets dat overheid en bedrijfsleven goed zouden moeten bekijken.’

Bossink heeft nog een oplossing: ‘Opleidingsfilantropie.’ Nu al doceren veel wetenschappers op Afrikaanse universiteiten om te helpen bij het opleiden van mensen. ‘Dat zouden ze ook kunnen doen in de armste regio’s van Europa. En dit kan ook op het basisopleidingsniveau worden gedaan. Dan neem je een oorzaak van armoede weg.’

De Oplossers

In De Oplossers presenteert onderzoeksbureau Tertium antwoorden op complexe vragen die zijn voorgelegd aan ruim 500 wetenschappers uit verschillende vakgebieden. Wilt u zelf een complex probleem aandragen? Mail naar science@tertium.nl