18-07-2009
Door Carel Peeters

Was Huizinga een deftige burgerman of een poëtisch historicus?

Geen verwarrender en verrassender historicus dan Johan Huizinga. Wanneer een van de kenners van zijn werk, Wessel Krul, in een biografische schets de nadruk legt op zijn ‘onverbeterlijke deftigheid’ en de ‘onnavolgbare plechtigheid en voornaamheid’ van zijn stijl, dan staat daar tegenover dat Huizinga ook de schrijver is van Homo ludens, het baanbrekende boek over de mens die in alles wat hij doet aan het spelen is. Niet alleen in de poëzie, de verbeelding, de kunst en de wijsheid ontdekte Huizinga het spelkarakter, maar ook in de rechtspraak, het oorlogvoeren, de mode en de zeden en gewoonten. Deftigheid krijgt dan ook iets van een spel. Huizinga zelf ‘speelde de aristocraat’ volgens Krul.

Hoe overtuigend ook (het is immers bijna een uitwerking van Shakespeares ‘All the world’s a stage/And all the men and women merely players’ in As You Like It), het is moeilijk voor stellen dat het...