Interview / 300 jaar Jean-Jacques Rousseau

‘Ik zeg wat ik denk en ik doe wat ik zeg.’ – Pim Fortuyn.

‘U draait, en u bent niet eerlijk.’ – Premier Balkenende.

‘Doe effe normaal man.’ – Geert Wilders.

Zo luiden drie memorabele voorbeelden van populistische politiek. Volgens filosoof Maarten Doorman speelt dit soort uitspraken in op iets wat Jean-Jacques Rousseau al in de achttiende eeuw signaleerde: mensen zijn op zoek naar het eerlijke, het oorspronkelijke, het natuurlijke – kortom, naar dat wat ze voor écht houden. Want sinds de Romantiek is authenticiteit een van de kernbegrippen van ons bestaan. Mensen willen echtheid, en échte mensen.

Daarom gaat het electorale succes naar nieuwbakken politici die suggereren dat zij eerlijker zijn, en dus echter, dan de zittende machthebbers met hun politiek ‘gewauwel’. En ging het naar de premier die zijn opponent uitmaakte voor een niet-eerlijke en dus valse net alsof-doener, een niet-echt iemand.

Fortuyn, Balkenende en Wilders – ze hadden...