Flauberts Egypte

Met een hoofd vol romantische fantasieën over een Duizend-en-een-nacht-achtig sensueel paradijs vertrok de zevenentwintigjarige Gustave Flaubert in oktober 1849 in het kielzog van zijn vriend Maxime du Camp naar de Oriënt. Wat er door du Camp in Egypte aan archeologie werd gefotografeerd en door Flaubert in zijn dagboek Reis door de Oriënt werd opgeschreven (nagenoeg één komische klaagzang) is tot 10 april 2010 te zien in het Rijksmuseum van Oudheden in Leiden. Flaubert genas grondig van zijn idee dat de Oriënt een bron van vernieuwde vitaliteit zou kunnen zijn. Hij verveelde zich net zo als thuis (‘ik voel me holler dan een leeg vat’), behalve op die ene avond in de armen van de courtisane Kuchuk-Hanem: ‘Onze lichamen hebben elkaar heel wat verteld.’