5,5 miljoen

Voor een land dat een bloeiende kenniseconomie voorstaat (p. 31 van het regeerakkoord) is het mooi nieuws, die gedeelde Nobelprijs voor de Natuurkunde (5,5 miljoen) voor de Nederlander Andre Geim. Maar als deze Rus twintig jaar later was geboren en nú voor de keuze zou staan om zijn wetenschappelijke carrière in het buitenland te vervolgen, zou hij dan ook voor Nederland kiezen? Hij zou binnenkomen, want ‘selectie moet plaatsvinden op basis van kwaliteit’ (p. 26). Maar zou hij zijn Russische staatsburgerschap willen opgeven (p. 26)? Of zou hij dan toch kiezen voor een van de vele landen waar hij terecht kon zonder dat te hoeven?