Autobiografie / Ingrid Betancourt

Ingrid Betancourt geeft in Zelfs aan de stilte komt een eind een onthutsende beschrijving van haar leven als gijzelaar van de Colombiaanse guerrillabeweging Farc. Ze wordt vastgeketend, vernedert, geslagen en zelfs verkracht – al schrijft ze daarover in omfloerste termen. Het leven met andere gevangenen in een soort van concentratiekampen is de hel op aarde. De Farc-strijders zijn ware kwelgeesten die mensen tegen elkaar uitspelen. Betancourt probeert een paar keer te ontsnappen, maar wordt steeds weer opgepakt. Haar beschrijvingen van de overweldigende jungle zijn prachtig, het leest als een trein, maar toch is het óók een ongemakkelijk boek.

Ongemakkelijk omdat Betancourt zichzelf zo volledig in het centrum plaatst. Soms geeft ze er blijk van zichzelf beter te leren kennen. ‘In gevangenschap ontdekte ik dat mijn ego eronder leed als ik niet kreeg wat ik wilde. […] Ik zag mezelf veranderen in iemand die ik niet mocht.’ Maar af en toe denk je ook...