Toen de Russische president Vladimir Poetin afgelopen november een staatsbezoek bracht aan Nederland, werd hij aan het banket door koningin Beatrix geprezen om zijn ‘doortastend optreden tegen uitingen van racisme en xenofobie’ en de Russische bijdrage aan de ‘internationale strijd tegen het terrorisme’. Naar de oorlog in Tsjetsjenië verwees de vorstin niet.

Premier Balkenende uitte ’s middags bij de thee met de president wél zijn zorgen over de terreur in Tsjetsjenië. Maar gelukkig was, aldus de Nederlandse premier na afloop, een ‘open gesprek’ mogelijk geweest. Poetin refereerde op de persconferentie aan de moord op Theo van Gogh en zei dat alle vrije landen ter wereld samen moesten optrekken tegen het internationale terrorisme. Hij leverde zijn aandeel in Tsjetsjenië.

De werkelijkheid zit iets ingewikkelder in elkaar. De Russen hebben de afgelopen tien jaar met grof geweld elke poging van de Tsjetsjenen om meer zelfbestuur te krijgen onderdrukt. Daarbij zijn...