De nieuwe vertaling van Gogols roman Dode zielen (1842) voor de Russische Bibliotheek van Van Oorschot confronteert je ook weer met het bizarre leven van de schrijver.

Wanneer om de zoveel jaar weer een heruitgave van een van Gogols boeken verschijnt duikt onmiddellijk ook weer zijn bizarre leven op – het is alsof iemand onverwacht om een hoek een grimas naar je trekt. Zo was hij diep teleurgesteld toen zijn toneelstuk De revisor in 1836 op een daverend succes uitliep. Karel van het Reve schrijft in zijn bijdrage over Gogol in de Encyclopedie van de wereldliteratuur dat dit ‘een noodlottige karaktertrek’ aan het licht bracht: Gogol wilde niet als toneelschrijver worden gewaardeerd, maar als een profeet naar wie mensen luisterden en opkeken.

De nieuwevertaling van Aai Prins van Dode zielenin de Russische Bibliotheek van Van Oorschot is weer een confrontatie met de wonderlijkeideeën die Gogol er zelf over had. Welke lezer zal de hoofdpersoon Tsjitsjikov niet als de...