Inleiding

Vier decennia geleden hoorde je het verontruste pedagogen nog wel eens zeggen: dat je van strips lezen dom wordt of nog dommer. Dat het oppervlakkige lectuur is. Bijna zo erg als televisiekijken. Echte boeken moest je lezen en geen plaatjesboeken als Asterix, Kuifje en Tom Poes.

Inmiddels behoren die strips tot de canon en bieden ze geen stof meer tot verontwaardiging over het verval der zeden. En wie over de canon spreekt, toont besef van de vergetelheid die vrijwel elk geschreven woord wacht – ook de strip. Was de klassieke avonturenstrip nog iets wat een opgroeiende generatie mee hielp definiëren in de jaren zeventig, inmiddels kunnen kinderen hun tijd ook nog besteden aan de computer en alles wat daarbij komt kijken. Die slag om een bijna-monopoliepositie heeft de strip verloren.

Maar niet voor iedereen. De kinderen van toen zijn volwassen geworden en strips veranderden mee. De graphic novel deed zijn intrede. Strips voor volwassenen. Literaire strips. Strips die...