17-01-2009
Door Carel Peeters

‘Calvinisme’ heeft altijd iets van een donkere wolk gehad. Het staat voor de onvrije mens, geloof in de leiding van God, de nietigheid van de mens, zijn fundamentele en hopeloze zondigheid (‘De mens is onbekwaam tot enig goed en geneigd tot alle kwaad,’ zei Calvijn), gezagsgetrouwheid en kleurloosheid, met een voorkeur voor zwart. En niet te vergeten: dat men door God uitverkoren moet zijn. Je kunt nog zo je best doen tijdens je leven, maar dat helpt niet om later in de hemel te komen.

Die negatieve klank had het calvinisme al in de tijd van Calvijn zelf. Hij dacht dat Frederik III, de keurvorst van de Palts die zich tot hem had bekeerd, belachelijk werd gemaakt toen hij door tegenstanders een ‘calvinist’ werd genoemd.

Het calvinisme is een levensvijandig en mensvijandig geloof. Het leven draait in het calvinisme niet om mensen. De mens is slechts een middel om de glorie van God uit te dragen. Het is ook niet de bedoeling dat mensen iets aardigs...