Non-fictie

Naar aanleiding van Wat de hond zag, zijn nieuwe boek met reportages en essays uit The New Yorker, wordt Malcolm Gladwell geafficheerd als ‘pop-intellectueel’. Dat moet wel iemand zijn die ingewikkelde onderwerpen zo populariseert dat ze niet meer ingewikkeld zijn, maar als interessant onderwerp worden opgelost in het bleekbad van de popularisering. Gladwell maakt zijn onderwerpen juist altijd ingewikkelder: hij gelooft zijn ogen niet, hij gelooft niet wat iedereen zegt en gaat onderzoeken hoe het wel zit. Iets blijkt nooit te zijn wat het leek.

Gladwell ontmythologiseert, maar op een bescheiden manier. De aanleiding is vaak triviaal (solliciteren, agressieve honden, haarverf, ketchup, een keukenmachine, een alcoholist), maar dat is dan ook alles. Gladwell gaat erop uit, spreekt psychologen en sociologen, bestudeert menig wetenschappelijk onderzoek en is van alle markten thuis, van pitbulls en de financiële wereld tot de corruptie bij Enron.

In Uitblinkers, zijn vorige...