29-12-2007
Door Carel Peeters

Heel gelovig Europa stond op zijn kop toen de in Rotterdam wonende Franse hugenoot Pierre Bayle aan het eind van de zeventiende schreef dat hij zich een samenleving van deugdzame atheïsten heel goed kon voorstellen. Dat was ketters: tot die tijd dacht iedereen dat de christenen voor de moraal en goede zeden in het leven zorgden en dat ongelovigen een losbandig leven leidden dat op niets was gebaseerd. Er verschenen tientallen pamfletten, vlugschriften, artikelen en boeken om Bayles voorstelling te bestrijden. De discussie duurde tot ver in de achttiende eeuw. Eigenlijk duurt het gekrakeel nog steeds voort, tot in de nieuwe encycliek Spi salvi (‘Hoop redt’) van paus Benedictus. Daarin staat onder meer: ‘Wie God niet kent, leeft zonder hoop.’

Het is een hardnekkig sprookje dat een samenleving in minder goede handen zou zijn wanneer het geloof er geen prominente rol in speelt. Het hele theologische betoog van de paus is erop gericht om het...