Nu Freek de Jonge zeventig jaar wordt is er alle reden om een voorlopige balans op te maken. Dat doet Rob Hartmans in zijn boek ‘Freek, de cultuurkritiek van een komiek’: De Jonge is een mengsel van traditie en modernisme, van cultuurkritiek en van komisch cynisme.
'Een conservatieve rebel, die zijn dynamiek ontleent aan de afwisseling van twijfel en zekerheid waardoor hij wordt besprongen'
‘Een conservatieve rebel, die zijn dynamiek ontleent aan de afwisseling van twijfel en zekerheid waardoor hij wordt besprongen’

Hoe de moralist tot een zure bewaker van correct gedrag is geworden is mij een raadsel. Ergens moet iets mis gegaan zijn, want oorspronkelijk is een moralist een scherpzinnige, licht cynische ontmaskeraar, iemand die achter de façades kijkt van vertoon, pretentie en hypocrisie. Deze moralist leefde in de zeventiende en achttiende eeuw, maar behoort nog geheel en al tot onze eigen tijd: Baltasar Gracián (1601-1658), schrijver van Handorakel en de kunst van de voorzichtigheid, La Rochefoucauld (1613-1680), schrijver van de Maximes en Nicolas Chamfort (1740-1794), ‘de lachende...