Portret / Charlotte Gainsbourg

Ze dwaalt soms nog door de gangen van het donkere huis vlakbij Boulevard St. Germain. Van buiten is het versierd met graffiti. Vaak staan er fans even wat te staan. Binnen komt alleen een huishoudster en een enkel familielid.

Het huis is precies zoals het was op 2 maart 1991, de dag dat haar vader aan een hartaanval overleed. In de keuken staan nog blikken eten, snoep, blikjes tomatensap in de ijskast. Er is een bar, veel whisky. Er zijn sigaretten – Gitanes. Er is de kamer die haar moeder haar boudoir noemde. Een kledingkast met de beroemde Repetto’s die hij aan zijn blote voeten droeg. Talloze beeldjes, foto’s, medailles, wapens, asbakken, speelgoed. Veel souvenirs van de decadentie uit de jaren zeventig.

Als ze door de kamers loopt, heeft ze het gevoel dat hij daar nog is. Vroeger wilde ze van het huis een museum maken, maar vreemden mogen de sporen niet uitwissen. Nu houdt ze het maar aan. Ze vecht met het publiek om zijn nagedachtenis. Als je een...