Sander Pleij’s Nacht van de Filosofie begon niet al te best, maar aan het eind maakte Simone van Saarloos alles goed.

Het einde was fonkelend, maar mijn Nacht van de Filosofie was ook heel raar. De mensen waren moeilijk te duiden. Sommigen waren sierlijk gekleed als voor een weelderig bal, anderen leken klaar voor een bijeenkomst over de tweede paragraaf in het zesde hoofdstuk van Kants Kritik der reinen Vernunft.

Waarom raakte ik van slag?

Het kan zijn omdat er stevig gepoept werd op de wc’s van de Beurs van Berlage. De geur leek de doodleuk handen-wassende sofen niet te deren. Zouden filosofen nou minder last hebben van ongemak en schaamte? Het was ook lastig dat het programmaschema de realiteit van de fysieke ruimte en tijd nogal aan de verbeelding had overgelaten. Het ging echt mis toen ik belandde in een wedstrijd ver-plassen.

De situatie. Op een podium Ewald Engelen in de rol van opgewonden standje, naast hem psychiater Bram Bakker, die keek alsof hij NU! een beer wilde...