Midas Dekkers en Maarten ’t Hart

Over en weer werd al verdacht veel waardering uitgesproken. Opgetogen: ‘Leuk om weer eens in Midas’ mooie grachtenhuis te komen.’ Sonoor: ‘Maarten is altijd welkom in Weesp.’ De twee kennen elkaar, al vanaf 1976. Er is genoeg gemeenschappelijks tussen hen. Beiden zijn schrijvend bioloog, zij het dat Maarten ’t Hart (1944) overwegend fictie schrijft en Midas Dekkers (1946) non-fictie. Waar Maarten ’t Hart eerder in de Boekenweek zijn hoef plantte, met het literaire geschenk De ortolaan (1984), doet Dekkers dit nu met een sprankelend Boekenweekessay over het ontbreken van het beest in de literatuur: Piep. Een kleine biologie der letteren. Zoveel gemeen, en toch gebeurde er dit in de negentiende-eeuws ingerichte study van Midas Dekkers te Weesp:

‘Ja!’ Maarten ’t Hart zit driftig cake te eten bij Dekkers thuis. En ja: hij vindt dat hij door Midas belachelijk is gemaakt in diens boek De larf.

’t Hart: ‘Ik kom daar vier of vijf keer in voor. En dan is...