In het dertiende deel van de correspondentie van Erasmus (1469-1536) over het jaar 1527, is hij nog steeds de spil in het web van de Europese literatuur en religie. ‘De prins der letteren’ heeft minstens zoveel vijanden als vrienden.

Wanneer Johan Huizinga probeert het ‘levensideaal’ van Erasmus met een paar woorden te typeren komt er iets heel vreemds uit: ‘sereniteit en harmonie’ zou Erasmus ‘als een schone droom voor ogen’ hebben gestaan, verbeeld in de ‘stille, blijde en toch ernstige conversatie van goede en wijze vrienden in de koelte van een huis onder de bomen.’ Huizinga gaat zelfs zo ver om dit levensideaal van Erasmus gelijk te stellen met alles waar de Renaissance voor stond: ‘Die ganse eeuw haakt naar de vervulling van eenvoud, oprechtheid, waarheid en natuur.’ In het werk van Erasmus zou dat levensideaal steeds terugkeren in de vorm van ‘een vriendschappelijke wandeling, gevolgd door een maaltijd in een buitenhuis.’

Het wonderlijke van...