Interview Guus Luijters

Het was een onschuldig fietstochtje met verstrekkende gevolgen. Eind jaren veertig zat Guus Luijters, toen vijf of zes jaar oud, achterop bij zijn vader, op weg naar de Amsterdamse buurt Kattenburg. De route zal hen hoogstwaarschijnlijk door de Rapenburgerstraat hebben gevoerd, niet zo lang daarvoor nog het kloppend hart van de ‘Jodenhoek’. Wat hij zag: ‘Een totaal onttakelde wereld. Het was er doodstil, geen mens op straat, alle huizen waren kapot en verlaten. Het was iets onbegrijpelijks. “Waar is iedereen?” vroeg ik mijn vader.’ Het antwoord dat hij kreeg, herinnert Luijters zich tot op de dag van vandaag. ‘Weg.’

Zoals bij vrijwel iedereen die in de Tweede Wereldoorlog werd geboren, werd ook Luijters’ jeugd getekend door de naweeën ervan. En het is nauwelijks overdreven om te stellen dat dat ene moment achter op de fiets de kiem vormde voor de ruim vier jaar van ‘monnikenwerk’ waar hij nu net de laatste hand aan heeft gelegd: In Memoriam, een ruim...