Advocaat Bram Moszkowicz vindt dat de rechters de schijn van partijdigheid over zich hebben afgeroepen in de zaak tegen Geert Wilders. Hij speelde een slip of the tongue van de voorzitter van de rechtbank Jan Moors juridisch knap uit.

Het was een mooie dag voor Geert Wilders en Bram Moszkowicz. De rechtszaak tegen de PVV-leider wegens haatzaaien en groepsbelediging was door de critici al afgedaan als een politiek proces. En nu, op de eerste dag, had de voorzitter van de rechtbank Jan Moors al meteen de schijn van partijdigheid gewekt. Moors probeerde Wilders, die zich op zijn zwijgrecht beriep, te verleiden te antwoorden op vragen van de rechtbank. En daarbij provoceerde hij de politicus. ‘Uit kranten en andere media begrijp ik dat u goed bent in het poneren van een stelling en vervolgens gaat u discussie uit de weg,’ zei Jan Moors. ‘En het lijkt er een beetje op dat u dat nu ook weer doet.’

En in die laatste zin zat ‘m het venijn. Ging de rechter hier niet een grens...