Roberto Bolaño publiceerde postuum de eerste grote roman van de 21ste eeuw. Hij is dood en hij is een hype. Binnenkort barst de Bolañomania ook in Nederland los.

Het is van een idiote, bittere ironie, én het toont ons de perverse kant van onze verhouding tot grote schrijvers: de postuum verschenen roman 2666 draait rond de zoektocht naar een ondergewaardeerde schrijver, die als hij eenmaal van de aardbodem verdwenen lijkt, literaire wereldroem vergaart. Net zoals zijn schepper zelf.

Want schrijver Roberto Bolaño stierf in 2003 en is nu een geweldige hype. Een literair sprookje. Hij is de romantische ziel die ver van zijn geboorteland Chili lag te lijden aan armoede en spleen. Hij is de dolende die stierf in een ziekenhuis, wachtend op een levertransplantatie, op het moment dat zijn magnum opus van bijna duizend bladzijden nagenoeg voltooid was. Die er in de laatste tien jaar van zijn leven in een legendarische uitbarsting van creativiteit – soms schreef hij...