FNV-voorzitter Ton Heerts staat onder zware druk. Hij moet zijn club drastisch reorganiseren en overeind blijven in het sociaal overleg.

Ton Heerts stopt als voorzitter van de FNV. In maart 2013 volgde Vrij Nederland hem voor dit uitgebreide portret. ‘Ik weet het niet. Jullie hebben er zo’n teringzooi van gemaakt, daar moet ik even over nadenken.’

Woedend drukt Ton Heerts op de verzendknop van zijn mobiele telefoon. Daar gaat het sms’je aan Lodewijk Asscher en Mark Rutte: ‘Heren, ik kom niet naar Den Haag. Als jullie echt de vlam in de pan willen, moeten jullie zo doorgaan.’

Het is donderdagochtend 28 februari. De FNV-voorzitter is het zat. Tijdens de voorbereidingen van het sociaal overleg met werkgevers en werknemers heeft het kabinet opeens gemeld dat ze het ook nog met de vakbonden eens willen worden over 4,5 miljard extra aan bezuinigingen in 2014, boven op de al geplande miljardeningrepen in de sociale zekerheid. Na het sms’je zoemt de telefoon van Heerts onafgebroken. De ene na de andere minister drukt hij weg. Pas als premier Mark Rutte zelf belt, neemt hij op. ‘Ik kom niet meer, je neemt je besluit maar in de ministerraad,’ blaft de vakbondsman in de telefoon. ‘Waar ben je?’ vraagt Rutte sussend. ‘Ik kom naar je toe.’

’t Gerucht

Een dag later. Het ledenparlement van de FNV komt bijeen voor een besloten vergadering in het Muziekgebouw aan ’t IJ. Bij de ingang beent Ton Heerts gespannen heen en weer. De afgevaardigden van de bonden moeten besluiten over zijn mandaat bij de onderhandelingen over een sociaal akkoord. In de koffiekamer bij de zaal zitten groepjes kaderleden met elkaar te smoezen. Verhit gespreksonderwerp: het avondjournaal van de NOS, waar Mark Rutte en Ton Heerts te zien waren tijdens een onderonsje in café ’t Gerucht in Den Bosch. Wat zaten die twee daar te bekokstoven? ‘Voor je het weet worden we weer een deal in gerommeld,’ gromt een kaderlid van Bondgenoten. Dat Heerts onder druk staat, kan hem weinig schelen: ‘Spanning hebben we allemaal. Had-ie maar een echte baan moeten zoeken.’

Aan het begin van de vergadering krijgt Heerts het woord, vertellen aanwezigen achteraf. Hij wil ‘toch even uitleggen’ waarom hij met Rutte een biertje heeft gedronken. ‘Gistermorgen heb ik het kabinet laten weten dat het hele gelul over die 4,5 miljard in 2014 me niet beviel. Zeker niet toen de heer Samsom ook nog bij Pauw & Witteman zat uit te leggen dat er een Oranjeakkoord moest komen en hoe dat eruit moest zien.’ Daarom kwam Rutte naar Den Bosch en belandden ze in café ’t Gerucht, waar Rutte vroeger wel eens een sateetje at. De eigenaar nam een foto van het tweetal. ‘Ik liep naar buiten, Rutte ging nog even pissen. Kwam er een journalist van de NOS binnenlopen. Toen was het kwaad geschied.’ Als het kabinet de vakbeweging weer klemzet, zegt Heerts, ‘dan is het sociaal overleg geklapt voordat het ­begonnen is. Aan iedereen die denkt dat het al een bekeken zaak is: de FNV maakt uit wat ons tempo in de gesprekken is, niet het kabinet.’

Ton Heerts, tijdelijk voorzitter van de FNV, heeft een zware last op zijn schouders. Sinds juni is hij verantwoordelijk voor de grootste reorganisatie die de vakbeweging ooit heeft meegemaakt. Hij moet de al jaren gaande interne machtsstrijd zien te beëindigen en de radicale en de gematigde stroming met elkaar zien te verzoenen. Intussen moet Heerts overeind zien te blijven in het sociaal overleg. Het kabinet wil voor 1 mei een allesomvattend akkoord sluiten, maar de achterban in de vakbonden dreigt voortdurend in opstand te komen tegen de verkorting van de WW en de versoepeling van het ontslagrecht. Zonder akkoord staat de vakbeweging buiten spel. Als de bonden straks te hoop lopen op het Malieveld, bestaat bovendien het risico dat de PvdA, de partij waar de FNV-voorzitter zelf lid van is, ­tuimelt in de peilingen en het kabinet het ­einde van het jaar niet haalt. Hoe heeft Ton Heerts zich tot nu toe staande gehouden? Lukt het hem de bonden op één lijn te krijgen?

‘Ton is een trekker, een duwer, hij laat je niet met rust’

Boos sms’je

Begin juni 2012 overweegt Ton Heerts zijn lidmaatschap van de FNV op te zeggen. Hij stuurt een sms’je aan Henk van der Kolk, voorzitter van FNV Bondgenoten. ‘Henk, waar zijn jullie in godsnaam mee bezig?’ Vanaf de zijlijn, als directeur van het Nationaal Fonds voor Vrede, Vrijheid en Veteranenzorg, ziet hij met lede ogen aan hoe de FNV-bonden al maanden met elkaar in de clinch liggen over de toekomst van de vakbeweging. Intussen blijven de ledentallen teruglopen en ligt het polderoverleg plat. In september 2011 is het Henk van der Kolk geweest die namens Bondgenoten het vertrouwen opzegde in FNV-voorzitter Agnes Jongerius. Bij het sluiten van het pensioenakkoord zou zij ‘ondemocratisch’ hebben gehandeld door het hevige verzet van de radicale stroming binnen Bondgenoten en Abvakabo tegen het ‘casinopensioen’ te negeren. Het kostte Jongerius uiteindelijk de kop. PvdA-senator Han Noten en oud-SER-voorzitter Herman Wijffels deden als ‘verkenners’ een poging de zaak te lijmen. Maar het daarop volgende plan van PvdA-politica Jetta Klijnsma voor een Nieuwe Vakbeweging werd al in het voorjaar getorpedeerd door de grote bonden.

Tijdens de impasse stuurt Ton Heerts zijn boze sms’je aan Van der Kolk. Hij krijgt geen reactie. Wel komt er een paar dagen later een berichtje van Han Busker van de Nederlandse Politie­bond: of hij als tijdelijk voorzitter gedurende een jaar de vernieuwing van de FNV wil leiden. Heerts lijkt de ideale kandidaat. Als oud-voorzitter van de militaire vakbond AFMP en oud-vicevoorzitter van de FNV kent hij de vakbeweging als zijn broekzak. Als voormalig Kamerlid voor de PvdA heeft hij goede politieke contacten. Hij is niet betrokken geweest bij de ruzies over het pensioenakkoord. En hij staat bekend als een overtuigd aanhanger van het poldermodel. Heerts belt Busker en zegt: ‘Ik weet het niet. Jullie hebben er zo’n teringzooi van gemaakt, daar moet ik even over nadenken.’ Dat weekeinde praat hij met oude vakbondsgetrouwen zoals Lodewijk de Waal en Agnes Jongerius, die voor hem gelobbyd blijken te hebben. Jetta Klijnsma legt hem de plannen uit. Op dinsdag stelt hij zijn voorwaarden in de federatieraad. Hij wil zelf een ‘stuurgroep’ samenstellen met een stevig mandaat. Hij wil geen ‘Poolse landdagen’ meer voor elke beslissing. Hij wil één dag per week kunnen blijven werken als directeur van het V-fonds. En de belangrijkste eis: ‘Als ik kom, kom ik door de voordeur. En ik vertrek weer door de voordeur op een moment dat ik zelf bepaal, niet jullie.’

Illustratie: Frédérik Ruys/Vizualism
Illustratie: Frédérik Ruys/Vizualism
Kruiwagen vol kikkers

Lodewijk de Waal ontmoette Heerts voor het eerst toen hij nog de marechausseebond aanvoerde. Zijn legerachtergrond heeft hem gevormd, zegt de oud-vakbondsvoorzitter. ‘Ton is een echte militair. Hij kan nogal direct zijn, voor hem is het ja of nee. Hij is overtuigd van zijn eigen standpunten maar kan ook heel pragmatisch zijn.’ Eigenschappen die hij nu hard nodig zal hebben, denkt De Waal. ‘Hij heeft een bijna bovenmenselijke taak.’

Ton Heerts (46), geboren in Tubbergen, staat bekend als een rechtse PvdA’er. Hij werd pas lid van de partij toen hij in 2006 gevraagd werd voor de Tweede Kamer. ‘Ik heb hem wel eens de rechtsbuiten van de PvdA genoemd,’ zegt Henk van der Kolk. ‘Dat vond hij niet leuk.’ De vertrekkend voorzitter van Bondgenoten kent Heerts al sinds de jaren negentig. ‘Ik ben een fan van Ton. Hij heeft vrienden óf vijanden. Ertussenin bestaat niet. Ton is direct, maakt van zijn hart geen moordkuil. Soms verzint hij dingen waarvan ik denk: hoe haal je het in de bolle kop. Maar we kunnen elkaar prima de waarheid zeggen. Ton is een trekker, een duwer, hij laat je niet met rust.’

Dat Heerts met een kruiwagen vol kikkers te maken krijgt, blijkt al op dag één. Op het congres van 23 juni waar hij officieel wordt benoemd als voorzitter, verklaren FNV Mooi, Zelfstandigen Bouw en de ouderenbond ANBO, bij elkaar tweehonderdduizend leden, dat ze de overeenkomst voor de vorming van de nieuwe vakbeweging niet willen ondertekenen. Ze zijn bang hun autonomie te verliezen.

In de zomermaanden werkt Heerts koortsachtig aan een nieuwe structuur voor de FNV. Zijn grote opdracht is een oplossing te bedenken voor de scheve machtsverhoudingen in de oude organisatie. De twee grootste bonden, Abvakabo en Bondgenoten, hebben samen meer leden dan alle andere FNV-bonden bij elkaar, maar in de machtige federatieraad van bondsvoorzitters kunnen ze, tot hun grote frustratie, meerderheidsbesluiten niet blokkeren. Tegelijkertijd voelen de kleinere bonden zich voortdurend overvleugeld door de grote. Volgens het laatste plan van Jetta Klijnsma moeten de grote vakbonden zich opknippen in kleine bondjes, maar daar willen Abvakabo, Bondgenoten en Bouw niks van weten. Ze vrezen dat er dan niets meer terechtkomt van de gemeenschappelijke slagkracht. In juni onderschrijven de bonden een alternatief plan, dat door Ton Heerts en zijn stuurgroep verder wordt ontwikkeld: de grote bonden moeten zichzelf opheffen om op te gaan in herkenbare ‘sectoren’, ingedeeld op grond van beroepen. Hun leden worden direct lid van de FNV. De kleinere bonden mogen als zelfstandige bonden binnen de FNV blijven bestaan.

In zijn eerste maanden probeert hij zijn draagvlak als voorzitter te versterken. Eerst en vooral moet hij de radicale vleugel zien te apaiseren. Quasi-achteloos verschijnt hij op het verkiezingscongres van de SP, de partij die al jaren van leer trekt tegen de ‘PvdA-bobo’s’ van de FNV. Eind augustus verklaart Ton Heerts in NRC Handelsblad dat hij niet wil praten met de werkgevers over een sociaal akkoord. Hij gaat niet in op de uitnodiging van Bernard Wientjes, voorzitter van VNO-NCW. ‘Wientjes denkt dat wij er als vakbeweging nog zijn. Maar dat is een misverstand. We zíjn er voor een belangrijk deel niet meer.’ De FNV zit volgens hem in een ‘diep dal’. Op Prinsjesdag weigert Heerts met Wientjes voor de camera te verschijnen. Zijn uitspraken leiden tot lichte ergernis in de achterban. Henk van der Kolk: ‘Als je zegt dat je weg bent, hoe geloofwaardig is het dan als je een paar maanden later zegt dat je terug bent?’ Grinnikend: ‘Typisch Ton. Hij maakt wel eens een haakse bocht.’

Scherpe bocht

Dinsdagmiddag 9 oktober, Inntel Hotel Rotterdam. De vergaderzaal op de bovenste verdieping biedt een oogverblindend uitzicht op de Maas en de Erasmusbrug. Aanwezig: de bijna voltallige federatieraad van de FNV, de stuurgroep en tientallen journalisten. Trots presenteert Heerts de ‘beoogde hoofdstructuur’ van de nieuwe FNV. Op een groot scherm verschijnt een organogram vol pijlen en gekleurde blokjes. De kern van het plan: een direct gekozen ledenparlement wordt het hoogste orgaan van de vakbeweging. ‘We komen van ver,’ verklaart hij. ‘Maar we hebben een scherpe bocht genomen en zitten weer op de rechte weg. Dat betekent dat we met volle kracht vooruit kunnen.’

Wat hij er niet bij vertelt, is dat de bondsvoorzitters in de federatieraad, sinds anderhalve dag bijeen in het hotel, de avond ervoor nog hevig met elkaar in de clinch lagen. ‘De sfeer was afschuwelijk,’ zegt een betrokkene. ‘Ze wilden elkaar over de tafel trekken.’ Om tien uur ’s avonds kapte Heerts het overleg af en beende hij weg naar de bar om een biertje te gaan drinken. ‘Dat heb ik geleerd van een oude marechaussee-kapitein uit Amstelveen, toen ik net bij de vakbond zat,’ zal hij later zeggen. ‘Na tien uur ’s avonds kom je toch geen steek verder.’ ’s Nachts legden zijn medewerkers de laatste hand aan de structuur, ’s ochtends vroeg zette Heerts de bonden voor het blok: vóór de persconferentie moest de kogel door de kerk. Ze redden het op de valreep.

Een paar weken later, op 30 oktober, komt het voorlopige ledenparlement voor het eerst bijeen in vakbondsmuseum De Burcht in Amsterdam, het beroemde gebouw van Berlage. In de Bondsraadzaal, fraai gedecoreerd met schilderingen van het strijdend proletariaat, op weg naar een stralende toekomst, zitten de kersverse afgevaardigden te prutsen met hun iPad. Ze hebben er bij binnenkomst allemaal een gekregen onder het motto: de vakbeweging gaat met de tijd mee. De zaal is vooral gevuld met mannen van middelbare leeftijd. ‘Oké beste mensen,’ roept Ton Heerts in de microfoon. ­‘Welkom bij de eerste bijeenkomst van het ledenparlement van de nieuwe vakbeweging in oprichting. De FNV Afbouw. Geintje!’

Een dag eerder hebben Mark Rutte en Diederik Samsom hun regeerakkoord gepresenteerd, vol harde bezuinigingen. En zonder de steun van de sociale partners. Ton Heerts heeft in de achterkamers geprobeerd tot een akoord te komen met werkgevers en informateurs, maar het vertrouwelijke concept, vastgelegd in een ‘non-paper’, is afgeschoten door de grote FNV-bonden. Tegenover het ledenparlement betoogt Heerts dat actievoeren en invloed uitoefenen in Den Haag elkaar helemaal niet uitsluiten: ‘We moeten folderen én polderen.’ Zijn oproep heeft iets onmachtigs.

Wat bekokstoofden Rutte en Heerts in café 't Gerucht? Foto: Ton Steffens
Wat bekokstoofden Rutte en Heerts in café ’t Gerucht? Foto: Ton Steffens
Een klein wonder

Van het polderen komt voorlopig nog weinig terecht. De grote bonden zijn weliswaar bereid gebleken zichzelf op te splitsen in de nieuwe structuur – een klein wonder – maar in het najaar beginnen de kleinere bonden zich opnieuw te roeren. Bij zijn oriënterende gesprekken in de zomer met ANBO, Mooi en Zelfstandigen Bouw toonde Ton Heerts nog begrip voor hun bedenkingen. Maar in de herfst begint de tijd te dringen. Heerts zet de voorzitters onder zware druk. In verschillende gesprekken laat hij er geen twijfel over bestaan wat er met de kleinere bonden gebeurt als ze afhaken: dan krijgen ze hun contributie van dat jaar niet terug – zo staat het in de statuten – en richt de FNV meteen een nieuwe bond op om de leden terug te veroveren.

‘Wij wilden een nette uittocht,’ zegt Charles Verhoef, voorzitter van Zelfstandigen Bouw. ‘Maar die is er niet gekomen. De FNV heeft ons onmiddellijke vertrek in juni niet geaccepteerd, en vindt dat we over 2012 onze hele contributie moeten voldoen. We krijgen ook ons deel van het vermogen in de vakcentrale niet terug.’ Hetzelfde geldt voor FNV Mooi.

Ton Heerts staat bekend als een goedlachse, joviale kerel. Maar in de gesprekken met de dwarsliggers vallen harde woorden. Volgens betrokkenen die niet bij naam genoemd willen worden, barst Heerts regelmatig in woede uit. ‘Ton probeert zijn plannen bij de bonden door de strot te duwen,’ zegt een van hen. ‘Hij kan enorm driftig zijn als het niet gaat zoals hij het wil.’

De voorzitters van de kleine bonden zelf willen er weinig over kwijt. Charles Verhoef: ‘Laat ik het zo zeggen: Ton heeft wel eens moeite met luisteren. Hij is erg recht voor zijn raap en kort door de bocht. Ik proef niet echt begrip voor onze standpunten.’

Met ouderenbond ANBO komt het in november tot een definitieve breuk. ‘Toen Ton in de gaten kreeg dat we echt nee zouden gaan zeggen, verliep het gesprek niet meer prettig,’ zegt voorzitter Liane den Haan. ‘Het lijkt me niet verstandig daar verder mededelingen over te doen.’

Begin 2013, als het officiële vertrek van ANBO bekend wordt gemaakt, laat de FNV weten op korte termijn een eigen seniorenbond op te zullen richten. Volgens Ton Heerts laten sommige bondsvoorzitters hun stellingname meer door ‘emoties’ dan door feiten bepalen. ‘Dat kost veel energie. We zijn geen saamhorigheidsvereniging. Op een gegeven moment houdt het op.’

‘Ton kan enorm driftig zijn als het niet gaat zoals hij wil’

 

Gedwongen winkelnering

Ook bij de Algemene Onderwijsbond (85.000 leden) begint het te rommelen. ‘Volgens de nieuwe statuten worden al onze leden automatisch ook lid van de FNV,’ zegt voorzitter Walter Dresscher. ‘Dat is gedwongen winkelnering. Daar zijn wij op tegen, en volgens onze notaris is het ook helemaal niet nodig. Bovendien wordt de centrale organisatie straks zo groot dat-ie alle geld en menskracht naar zich toe gaat zuigen. Dan kunnen we niet meer zelf beslissen over acties tegen onderwijsplannen van het kabinet.’

Tijdens een bijeenkomst van de federatieraad in januari vlamt de discussie over de auto­nomie van de zelfstandige bonden hevig op. Heerts kapt de vergadering af. Een paar dagen later kruipt hij thuis achter zijn computer. In een ­‘sideletter’ die aan de statuten zal worden toegevoegd, probeert hij de kleinere bonden te ­garanderen dat ze niet zullen worden ‘opgevreten’. Voor de AOb is dat gebaar niet genoeg. ‘Ik ken het begrip “sideletter” alleen uit de verhalen over de boekhoudfraude bij Ahold,’ zegt Walter Dresscher. ‘Waarom kan dat niet gewoon in de statuten?’ In de laatste week van januari maakt het bondsbestuur van de AOb bekend haar Algemene Vergadering een negatief advies te zullen geven bij de stemming over de nieuwe structuur van de vakbeweging. Ton Heerts stuurt meteen een ‘vredesmissie’ op pad. Half maart zijn ze er nog niet uit.

Ook de drie grootste bonden liggen dwars. In januari proberen zij meer tijd te bedingen om de statuten aan hun leden voor te leggen en zichzelf op te heffen: in 2017 in plaats van in 2015. Het is de enige keer dat Heerts dreigt met opstappen: ‘Als je na twee jaar nog steeds niet weet wat je wilt, dan lukt het nooit meer.’

Op vrijdag 11 februari loopt Heerts met een gekweld gezicht door de gangen van het Bilderberg-hotel in Oosterbeek waar de jaarlijkse Bilderberg-conferentie van VNO-NCW is begonnen. Zojuist heeft hij te horen gekregen dat de voorzitter van FNV Bouw is opgestapt vanwege afpersing van een oude dame. Nog veel ernstiger is het nieuws van dezelfde ochtend dat de FNV twintig miljoen euro kwijtraakt door de nationalisatie van SNS Reaal. ‘Allemaal geld dat bestemd was voor de vernieuwing,’ gromt hij. ‘Au is zacht uitgedrukt. Dit is Black Friday.’

Als hij voor een debatje in de grote zaal op het podium verschijnt, vraagt de dagvoorzitter een applaus voor Heerts, de vakbondsman die door alle plagen tegelijk getroffen wordt. Hij neemt de minutenlange ovatie van de ondernemers met een zuur lachje in ontvangst.

Heerts, wachtend op een besluit over zijn mandaat bij de onderhandelingen over een sociaal akkoord. Foto: Daniel Cohen
Heerts, wachtend op een besluit over zijn mandaat bij de onderhandelingen over een sociaal akkoord. Foto: Daniel Cohen
SP-sympathisanten

Al vele jaren gaat Ton Heerts in de voorjaarsvakantie skiën met zijn gezin in het Zillertal, Oostenrijk. Ook dit jaar is dat zijn vaste voornemen. Zeker sinds hij en zijn vrouw na een scheiding van een paar jaar weer bij elkaar zijn. Even dreigt de federatieraad het ski­plezier van de familie Heerts te verpesten: op 18 februari moet dringend overlegd worden over het mandaat van de FNV-voorman bij het sociaal overleg met kabinet en werkgevers dat binnenkort moet beginnen. Het kabinet wil vóór 1 mei een groot akkoord hebben gesloten. Maar Heerts weigert er speciaal voor terug te komen uit Oostenrijk. ‘Dat was thuis niet uit te leggen.’ Daar kunnen de bondsbestuurders, de werkgevers en het kabinet niet tegenop: de vergadering wordt uitgesteld tot 4 maart.

In die weken wordt ook zichtbaar hoe gespannen de verhoudingen in de vakbeweging zijn op een ander vlak dan de vernieuwing van de organisatie: de tegenstelling tussen de gematigde en de radicale vleugel, die de wind in de zeilen heeft gekregen door de opkomst van de SP en het groeiende verzet tegen de bezuinigingen. Vooral bij Abvakabo lijkt het activisme sterk te groeien, sinds de gematigde voorzitter Edith Snoey zich in 2010 gedwongen zag te vertrekken. In januari en februari verschijnen verschillende krantenberichten over de ‘militante koers’ die onder druk van ‘SP-sympathisanten’ is ingezet. Volgens een uitgelekt onderzoek van de ondernemingsraad is onder de medewerkers grote onvrede ontstaan over het activisme. Als spil in de nieuwe koers wordt Lilian Marijnissen genoemd, de dochter van SP-kopman Jan Marijnissen, tevens SP-raadslid in Oss. Sinds enige jaren komt zij regelmatig in het nieuws met acties in de thuiszorg en de verpleeghuizen. Volgens Lilian Marijnissen (27) is het onzin dat zij de grote oproerkraaier zou zijn. ‘Ik ben al vijf jaar geleden aangenomen bij Abvakabo om ‘organizing’ vorm te geven, naar Amerikaans voorbeeld. We proberen de werknemers in de thuiszorg en de verpleeghuizen te organiseren vanaf de werkvloer. Daar is ook alle reden voor, nu de kwaliteit in de zorg zo onder druk staat door de flexcontracten, de onzekere roosters en de marktwerking.’ Corrie van Brenk, Abvakabo-voorzitter, verklaart dat de vakbonden zich de afgelopen jaren te veel als serviceorganisaties hebben gedragen. ‘We willen weer zichtbaar zijn op de werkvloer. Die omslag wekt hier en daar wrevel, maar we zijn op de goede weg. Te lang hebben we gedacht: in overleg met de werkgevers komt het allemaal wel goed.’

Paul Ulenbelt, Kamerlid voor de SP, wordt geregeld geconfronteerd met het verwijt dat zijn partij bezig is de FNV over te nemen. Daar geeft hij zelf ook wel eens aanleiding toe. Zo riep hij in het najaar nog dat het ‘einde Heerts’ zou zijn als de FNV-voorzitter zaken ging doen met het kabinet. Maar de suggestie dat zijn partij in de bonden zou infiltreren, vindt hij ‘de grootste onzin die er bestaat. Veel mensen denken dat Jan Marijnissen, Emile Roemer en ik geheime cellen opzetten en vakbondsleden aan een touwtje hebben. Zulke dingen doen wij niet. Dat verwijt komt vooral uit de PvdA. Daar denken ze nog steeds dat de bond van hen is. Het is wél zo dat de kaderleden en de bestuurders steeds meer sympathie krijgen voor de SP en de lijn waar wij voor staan.’ Over de nieuwe structuur en de instelling van het ledenparlement is Ulenbelt zeer te spreken. ‘De bobo’s in de vakbonden hebben veel te lang hun gang kunnen gaan. Nu krijgen de leden het eindelijk weer voor het zeggen.’

Ton Heerts verwacht dat door de instelling van een direct gekozen ledenparlement de radicale en de gematigde stroming in de vakbeweging ‘met elkaar in balans’ zullen komen. Volgens critici gaat dat niet werken. ‘Een structuurwijziging zal nooit de oplossing zijn voor de richtingenstrijd,’ zegt Jaap Smit, voorzitter van de vakbeweging CNV. ‘Het verschil in opvattingen blijft bestaan.’

De eerste grote testcase is het sociaal overleg. Slaagt Ton Heerts erin voldoende mandaat te krijgen voor de onderhandelingen met werkgevers en kabinet?

‘De gewone leden interesseert die hele vernieuwing van de vakbond niks’

 

Trotskibrilletje

‘De gewone leden interesseert die hele vernieuwing van de vakbond helemaal niks,’ zegt Ruud de Kloe. ‘Die willen alleen maar weten wat wij ertegen doen dat de WW wordt verkort en dat het ontslagrecht naar de donder gaat.’ De Kloe, in de veertig, kalend, trotskibrilletje, werkt in de Akzo-fabriek in de Botlek, is lid van het ledenparlement voor de sector Industrie en kaderlid van FNV Bondgenoten. Met andere kaderleden uit het hele land is hij naar Het Vechthuis in Utrecht gekomen voor de jaarlijkse Dag van de Industrie. Op het programma: workshops over de gezondheidsrisico’s van ploegendiensten en een toespraak van Ton Heerts over de nieuwe structuur. Maar het gesprek van de dag gaat over iets anders: de dreigende kabinetsmaatregelen. ‘Geen wonder dat de vakbeweging activistischer wordt,’ zegt De Kloe. ‘Met polderen missen we telkens de boot. We moeten weer de barricade op.’

Het waren De Kloe en zijn vakbondsmakkers, de gestaalde kaders uit Rotterdam, die zich twee jaar geleden samen met boze leden van Abvakabo hevig verzetten tegen het pensioenakkoord van Agnes Jongerius. ‘We zijn indertijd drie keer langs geweest bij Agnes om te zeggen dat ze niet akkoord moest gaan,’ zegt De Kloe. ‘We zeiden: luister naar je leden! Maar zij zei: ik heb maar negentien leden, die in de federatieraad. Henk van der Kolk, onze eigen voorzitter, heeft haar nog heel lang gesteund. Pas toen we zeiden: Henk, nu gaat jouw kop er ook af, ging hij overstag. Maar toen lag het akkoord er al. Zoiets laten we niet nog een keer gebeuren.’

Bij de borrel legt Huub de Rouw, elektromonteur in kaasfabriek De Graafstroom in Bleskens­graaf en delegatieleider Industrie in de bondsraad, aan Heerts uit dat de vakbeweging z’n ruggengraat moet laten zien. Re­gel­ma­tig gaat De Rouw ’s ochtends om vier uur werken om de avonden vrij te hebben voor het vakbondswerk en de leden te vertellen wat de bond gaat ondernemen tegen de plannen van het kabinet. ‘We moeten af van dat interne gedoe,’ zegt hij. ‘Op deze manier kan ik in de fabriek verhalen houden van hier tot Tokio. We moeten de mensen weer laten zien wat de bond voor ze doet.’

Uit zijn vel

Terwijl Ton Heerts op vrijdag 1 maart loopt te ijsberen bij de entree van het Muziekgebouw, buigt Huub de Rouw zich in de koffiekamer met een paar strijdmakkers over de motie die hij straks gaat indienen voor het mandaat van Heerts bij het sociaal overleg: nee tegen de versoepeling van het ontslagrecht. Tijdens de verhitte vergadering wordt uiteindelijk een motie van Abvakabo-leden aangenomen die nog harder is dan die van De Rouw: Heerts mag onder geen beding onderhandelen over ontslagrecht en WW. Ton Heerts springt uit zijn vel: ‘Ik laat me niet met mijn handen op de rug gebonden naar Den Haag sturen.’ Maandag­avond komen de bondsvoorzitters in de federatieraad hem tegemoet: hij mag over WW en ontslagrecht onderhandelen als het tot verbeteringen leidt. Ton Heerts mag naar Den Haag. Maar ook als de onderhandelingen de komende weken tot een akkoord leiden, zijn de gebeurtenissen in het ledenparlement en de federatieraad een veeg teken voor het polderoverleg.

Van de hoop van Heerts dat de gematigde en de radicale vleugel elkaar in het ledenparlement in balans zouden houden, komt al bij de allereerste keer dat het parlement mag stemmen over het mandaat van de voorzitter, weinig terecht. Deze keer heeft de federatieraad nog een verzachtende rol gespeeld, maar die instelling bestaat in de nieuwe structuur niet meer. Dan heeft het ledenparlement de beslissende stem. ‘Het parlement dreigt niks anders te worden dan een radicale bondsraad, gedomineerd door boze kaderleden,’ zegt een betrokkene. ‘Iedere nieuwe voorzitter zal zijn mandaat voor de hellepoort weg moeten slepen.’

Tachtig uur per week

De avond valt over het westelijk havengebied in Amsterdam. Door de kieren van de oude veerpont, verbouwd tot restaurant, giert de tocht. Ton Heerts buigt zich over een zeebaars met makreelmayonaise en gefrituurde kappertjes. Hij oogt gespannen. Al maanden werkt hij tachtig uur per week, continu onder druk van rebellerende bonden, werkgevers en kabinet. Half mei loopt zijn termijn als voorzitter af. Dan moet de nieuwe vakbeweging er staan. In de wandelgangen wordt al druk gespeculeerd over de nieuwe voorzitter, die rechtstreeks door de leden zal worden gekozen. De naam van Ton Heerts wordt veel genoemd: als het tot een sociaal akkoord komt, is hij de aangewezen man om het ook te helpen uitvoeren. Zelf houdt hij zich al weken op de vlakte. Als vakbondsleden hem vragen of ze straks op hem kunnen stemmen, zegt hij steevast: ‘Ik weet oprecht niet of ik beschikbaar ben.’ Aan het tafeltje in het restaurant zegt Heerts: ‘Die formulering heb ik heel bewust gekozen. Wat ik er verder ook over zeg, het heeft altijd invloed op het proces en dat wil ik niet.’ Met andere woorden: als hij zijn vertrek aankondigt, staat hij minder sterk, als hij zegt dat hij wil blijven, wordt er geroepen dat hij er alleen maar zit voor zijn baantje. Als er straks een zwaar beroep op hem wordt gedaan zich kandidaat te stellen, zal het hoe dan ook een moeilijke beslissing worden. ‘Ik ben een aantal jaren gescheiden geweest,’ zegt hij terwijl er een schaduw over zijn gezicht trekt. ‘Voor te hard werken heb ik al een keer de hoogste prijs betaald.’