Een grote uil als stoel, iemand die met een vork in zijn tanden peurt: een van de aantrekkingskrachten van oude schilderijen is dat ze vol onverwachte details zitten. Maakt dat alle details de moeite van interpreteren waard?

De Engelse kunsthistoricus Kenneth Clark vond dat schilderijen, en zeker oude schilderijen, gelezen moesten worden als een boek: zoals de woorden, zinnen en pagina’s worden gelezen, zo moet een schilderij met de ogen afgetast worden om alles te hebben gezien. Hij was dan ook de eerste die in 1938 een boek samenstelde met details: 100 Details from Pictures in The National Gallery London. Het werd een aantal keren herdrukt.

Clark wilde met zijn boek voorkomen dat nog langer genoegen werd genomen met ‘the quick synthetic impression’, hoe belangrijk die ook is. Bedacht zijn op details betekent het scherpen van de aandacht. Ze kunnen dan als een verrassing naar voren springen: de ronde spiegel midden op Het echtpaar Arnolfini (1434) van Jan van Eyk blijkt...