In memoriam Cor Jaring

Een ‘halve Cor’, zo voelde hij zich de laatste maanden steeds vaker. Fotograferen deed Cor Jaring (1936-2013) al een tijd niet meer, maar dat hij nu ook zijn geliefde atelierwoning in de Amsterdamse Dapperbuurt moest missen, viel hem zwaar. ‘Dat was echt zijn wereld,’ zegt Jarings zoon Jeroen. ‘Tussen die mensen was hij thuis. Maar zijn lichaam was gewoon op. Hij kon er niet meer heen.’

In het atelier, op een steenworp afstand van het Wittenburg waar Jaring opgroeide, was het lange tijd een zoete inval geweest. Van beroemdheden als Karel Appel, Jan Cremer en Jan Wolkers tot de kopstukken van Provo, van vreemde paradijsvogels uit het hippietijdperk tot de gewone marktkoopman van om de hoek. Iedereen kwam er, want Cor ‘kon’ met iedereen. Er werd gedronken, er werden verhalen verteld. Sterke verhalen vaak. Want zoals Jaring zei: ‘Aan leugenaars heb ik een pleurishekel, maar fantasten zijn mijn beste vrienden.’

Zolang het mogelijk was, bleef...