Schilderkunst / Kleurrijke nachtschilderijen

Er is geen schilder met zoveel evergreens. De waanzinnig fonkelende Sterrennacht, het hallucinerende roodgroene Nachtcafé, de honingkleurige Zonnebloemen, de irenische Irissen, de kinderlijke Slaapkamer, de droevige Werkschoenen, het heftige Korenveld met kraaien, de serene Takken met amandelbloesem, het Caféterras aan het Place du Forum, het Zelfportret met verband, de melancholische Dokter Gachet. Elke keer als je ze ziet, blijken ze geen dag ouder geworden. Het verleden is niet stiekem naar binnen geslopen.

Dat komt door de manier waarop Vincent van Gogh met kleur omging. Na zijn eerste ‘donkere’ periode koppelde hij de kleuren in de laatste cruciale jaren van zijn leven, van 1886 tot 1890, los van de werkelijkheid, het werden autonome middelen om zich mee uit te drukken, weg van de louter fletse kleuren van de realiteit. Van Gogh ging niet meer vanuit de werkelijkheid, maar ‘vanuit het palet’ schilderen. Gestimuleerd door Paul...