Na jarenlang gezever over het zoet en het zuur, bevonden we ons plotseling in de week van het zout. En daarmee diende zich tijdens het zondagochtendontbijt een moreel dilemma aan. Kon je nog wel met goed fatsoen je eitje pekelen terwijl buiten de ene na de andere bejaarde de broze botten brak op de spekgladde stoep? Zoals de afgelopen tijd wel vaker het geval was bij vermeende rampen (moesten we ons nou wel of niet laten inenten tegen de recessie? Zou de Mexicaanse griep leiden tot massa-ontslagen?) was ook ditmaal de berichtgeving navenant verwarrend. Terwijl de ene krant op alarmerende toon melding maakte van een fnuikend zouttekort en het volk oppookte hun luxueuze badzout in te leveren bij de plaatselijke sporthal, wist de andere te melden dat we nog jaren naar hartelust konden strooien. Maar daar kwam dan weer een milieuexpert overheen gedenderd die waarschuwde voor het verwoestende effect van de pekel op boom en dier. Met name de bittervoorn en de salamanderlarf kunnen het...