De campagnetijd is begonnen, en dat betekent dat ‘de poppetjes’ de komende tijd allerlei termen in uw richting gaan smijten in de hoop dat er wat blijft plakken. Voorlopige koploper: ‘fatsoen’. De afgelopen jaren had met name het CDA zich dat begrip toegeëigend. Zij betaalden ooit veel geld aan een copywriter die op de proppen kwam met de slogan ‘Fatsoen moet je dóén’. Normale mensen zouden iemand die zoiets bedenkt ogenblikkelijk met betonnen voetjes in een kanaal dumpen, maar de CDA’ers wonnen er een paar verkiezingen mee en gooien de leus daarom nogmaals in de strijd. Dat de grammatica geslachtofferd moet worden voor de democratie – soit.

Maar nauwelijks was Job Cohen afgedaald van de Olympus, of ook hij liet weten te streven naar een ‘fatsoenlijke samenleving’. En je moet het hem nageven: uit zijn mond klinkt zoiets opeens een stuk aantrekkelijker. We waren er natuurlijk nooit echt tégen, fatsoenlijkheid, maar onder Balkenende cum suis was het woord wel een beetje vreemd...