Al jarenlang hadden we stiekem een enorm zwak voor Fred Teeven, de crimefighter met de vierkante schouders en de onhandige motoriek. Waarom wisten we niet precies. Misschien was het de ontboezeming, vijf jaar geleden in Nieuwe Revu, dat hij modeltreintjes verzamelde en bij wedstrijden van het Nederlands elftal een oranje pruik opzet. Misschien lag het aan dat zwart-gifgroene trainingspak waarin hij vorig jaar zo ontwapenend poseerde voor NRC Handelsblad. Of wellicht was het die ene keer dat hij zich, bij Barend en Van Dorp aan tafel, mengde in een discussie over de vaste boekenprijs, met het standpunt dat die prijs wat hem betrof gewoon elk jaar moest worden blijven uitgereikt. Fred is ‘niet zo lezerig’, zou hij later herhaaldelijk en goudeerlijk verklaren. Maar hij kende wel het Wetboek van Strafrecht uit zijn hoofd, en daar ging het toch maar om.

Toen we Teeven onlangs aan het woord zagen in het tv-programma Langgestraft, werd opeens duidelijk wat ons al die tijd zo in hem had...